De Ehlers-Danlossyndromen (EDS) zijn een groep erfelijke aandoeningen van het bindweefsel. De meeste EDS-types worden veroorzaakt door een genetisch defect dat een invloed heeft op de biosynthese van het bindweefsel, waardoor de collageen-biosynthese of de fibrillogenese gecompromiteerd wordt. Dit resulteert in een gedisorganiseerde extracellulaire matrix en heeft allerhande gevolgen voor de functionaliteit, stevigheid en stabiliteit van gewrichten, huid, inwendige organen en bloedvaten. Voor hEDS en HSD vermoeden wetenschappers dat er iets misloopt in de vorming van de procollagene formatie in de extracellulaire ruimte van het bindweefsel. Genetisch onderzoek heeft al in een aantal van die syndromen kunnen aantonen over welk defect het gaat. Bij het hypermobiele Ehlers-Danlostype (hEDS) en de Hypermobiele Spectrum Aandoeningen (HSD) is er voorlopig nog geen genmutatie geïdentificeerd.
Wanneer gezonde hypermobiliteit een chronische aandoening wordt…
Gewrichtshypermobiliteit – een overbeweeglijkheid van gewrichten doordat gewrichtkapsels- en banden minder stevigheid geven – komt voor bij ongeveer 30% van de bevolking. Het komt drie keer zo vaak bij vrouwen als bij mannen voor en vaker bij kinderen dan bij volwassenen. Hypermobiliteit kan voorkomen in één (lokale hypermobiliteit) of meerdere gewrichten (poli-articulaire hypermobiliteit) zonder chronische wijdverspreide pijnklachten. Hypermobiele mensen zien we vaak in sportdisciplines zoals gymnastiek, kunstschaatsen of ballet, waarin ze uitblinken en uitzonderlijke dingen doen. Hypermobiliteit vormt een risicofactor voor overbelastingsletsels, maar het betekent niet dat er daarom sprake is van een onderliggende erfelijke bindweefselaandoening, zoals het Ehlers-Danlos Syndroom of EDS).
“De Ehlers-Danlos Syndromen zijn een klinisch en genetisch heterogene groep van erfelijke aandoeningen die worden veroorzaakt door een defect in de biosynthese van collageen en gekenmerkt worden door syndromale hypermobiliteit in meerdere gewrichten, wijdverspreide pijn en opvallende weefsel-fragiliteit met onder andere een zijdezachte, rekbare en fragiele huid.”
Tussen de gezonde hypermobiliteit en de erfelijke bindweefselaandoeningen bevindt zich een grote groep patiënten met opvallende hypermobiliteit in meerdere gewrichten, wijdverspreide pijn en milde tekenen van zachte weefselfragiliteit met klachten zoals navelbreuk, liesbreuk, trage wondheling en easy bruising. Tot voor kort werden deze patiënten vaak foutief bestempeld als ‘gezond hyperlaks’ of kregen ze de diagnose van EDS. Beide labels zijn echter niet correct. Sinds de internationale diagnoseconsensus (Malfait et al., 2017) wordt voor deze patiëntengroep het diagnostisch label ‘hypermobility spectrum disorder’ gebruikt (HSD).
Wanneer wordt hypermobiliteit pathologisch en syndromaal?
De diagnose HSD en hEDS wordt gesteld op grond van de bevindingen bij het lichamelijk gestandardiseerd onderzoek en strikte criteria waarbij er ondermeer sprake is van hypermobiliteit in meerdere gewrichten tegelijkertijd. De mate van hypermobiliteit wordt berekend aan de hand van de Beighton-score. Voor meer informatie, zie Diagnose.
De pijnklachten hangen samen met de hypermobiliteit van de gewrichten. Er is een positieve correlatie tussen het aantal hypermobiele gewrichten en de ernst van de pijn en de functionele beperking. Patiënten met HSD kunnen ook multisystemische klachten rapporteren. De diagnose HSD moet niet door een klinisch geneticus gesteld worden.
Wanneer is er sprake van de bindweefselaandoening Ehlers-Danlos?
De meeste EDS-types worden veroorzaakt door een genetisch defect dat een invloed heeft op de biosynthese van het bindweefsel, waardoor de collageen-biosynthese of de fibrillogenese gecompromiteerd wordt. Dit resulteert in een gedisorganiseerde extracellulaire matrix. Dit heeft allerhande gevolgen voor de functionaliteit, stevigheid en stabiliteit van gewrichten, huid, inwendige organen en bloedvaten.

De diagnose van een erfelijke bindweefselaandoening kan nooit op basis van 1 enkel criterium gesteld worden. Wanneer er voldaan wordt aan minstens 3 criteria moet er in de richting van een erfelijke bindweefselaandoening gedacht worden. De patiënt moet dan doorverwezen worden naar een Centrum voor Medische Genetica voor een genetische testing (bloedonderzoek) of weefselonderzoek (biopt).
Bij EDS komt hypermobiliteit steeds voor in combinatie met meerdere tekenen van fragiliteit van de zachte weefsels. Voorbeelden zijn een vertraagde wondheling met abnormale littekenvorming (atrofe littekens of papyrus littekens), prolapsen en verzakkingen, herniata van de buikwand, easy bruising en verzakkingen of rupturen van organen. Op heden worden 13 EDS-types onderscheiden, waaronder het klassieke typen (cEDS), hypermobiele type (hEDS), vasculaire type (vEDS), arthrochalsia type (aEDS), dermatopraxis type (dEDS) en kyfoscoliosische type (kEDS). Een gedetailleerd overzicht vindt u hier.
Een complexe aandoening
hEDS is een subtype van EDS dat in 90% van de gevallen voorkomt en zeer veel gelijkenissen heeft met HSD. Bij de hypermobiele Ehlers-Danlos groep (hEDS) en de hypermobiliteitspectrum-aandoeningen (HSD) is er voorlopig nog geen genmutatie geïdentificeerd. Voor hEDS en HSD vermoeden wetenschappers dat er iets misloopt in de vorming van de procollagene formatie in de extracellulaire ruimte van het bindweefsel, maar er bestaat nog geen moleculaire test om dit aan te tonen. Een verwijzing naar een centrum voor medische genetica heeft geen meerwaarde voor het vaststellen van de diagnose hEDS. Deze diagnose kan gesteld worden door een fysisch geneesheer tenzij er bij screening een vermoeden is van een klassieke EDS (cEDS) of vasculaire EDS (vEDS).

hEDS is erfelijk, autosomaal dominant en heeft een kans van 50% om doorgegeven te worden aan ieder kind. De screening voor hEDS gebeurt aan de hand van een aantal criteria volgens de conventie van internationale criteria in 2017 (Malfait et al., 2017). Voor meer informatie, zie Diagnose.